Mijn lichaam woelt zichzelf wakker, mijn handen glijden over het hoeslaken naar jouw kant. Mijn handen proberen je te vinden, maar je bent er niet. Ik schuif met mijn ogen nog dicht langzaam naar jouw kussen en leg mijn hoofd erop. De kussensloop ruikt nog naar jou, fris, puur, een mengelmoes van allerlei geuren die ik niet kan duiden. Die ik ook niet wil duiden want voor mij ben jij deze geur en deze geur ben jij.
Je bent er, maar je bent er niet.
Langzaam open ik mijn ogen. Het is schemerig buiten en ik heb geen idee hoe laat het is. Ik grijp mijn telefoon, het is negen uur. Honderden gedachten flitsen al door mijn hoofd terwijl ik naar het plafond lig te staren. Ik spring uit bed, loop naar de keuken om koffie te maken en ga weer liggen. Spotify draait op de achtergrond. De laatste drie nummers die langs komen heb jij mij opgestuurd en herinneringen aan jou, aan ons, razen voorbij.
Je bent er, maar je bent er niet.
Ik scroll door Instagram, Reddit en nieuwssites terwijl ik geniet van mijn koffie en beetje bij beetje wakker wordt. Glimlachend laat ik me inspireren en vermaken door talloze afbeeldingen, memes en andere berichten. Al rollend met mijn ogen vraag ik me af of en wanneer het moment komt dat ik bij bepaalde dingen niet meer aan jou denk en de drang afneemt om het door te sturen. Momenteel zie of hoor ik je nog in van alles wat ik doe en mee maak.
Je bent er, maar je bent er niet.